Nieuws >
De tweede verblijfstaks in België: Wat u moet weten
De tweede verblijfstaks in België: Wat u moet weten
Overweegt u een tweede verblijf in België, bijvoorbeeld aan de kust? Dan moet u de tweede verblijfstaks betalen. Maar wat houdt deze in en is deze hetzelfde in heel België? We nemen deze taks onder de loep en bestuderen een recente uitspraak i.v.m. de kustgemeenten.
De tweede verblijfstaks of tweede verblijf belasting is een belasting die eigenaren betalen op woningen die niet als hun hoofdverblijf dienen. Het gaat hier specifiek om een woning die u bezit, maar waar u niet officieel gedomicilieerd bent.
Een tweede verblijf kan zich zowel in België als in het buitenland bevinden. Of u deze woning nu gebruikt voor persoonlijk gebruik of verhuurt, beide situaties vallen onder de noemer 'tweede verblijf'.
Hoewel dit artikel voornamelijk focust op tweede verblijven binnen België, zijn er ook fiscale overwegingen voor buitenlandse vakantiewoningen.
Net zoals bij je gezinswoning wordt de onroerende voorheffing voor uw tweede verblijf berekend op basis van het geïndexeerd kadastraal inkomen. Het precieze bedrag is afhankelijk van factoren zoals de locatie van het verblijf, bijvoorbeeld in welk gewest het verblijf gelegen is.
Bovenop de onroerende voorheffing kunnen er nog diverse gemeentelijke belastingen van toepassing zijn. Iedere gemeente bepaalt haar eigen belastingstructuur voor specifieke diensten zoals huisvuilophaling of milieubelasting. Verschillende kustgemeenten hebben bijvoorbeeld een tweede verblijfstaks die oploopt tot bijna € 1.000.
Het is raadzaam om deze informatie op te vragen bij het lokale gemeentehuis of via de vastgoedmakelaar die u bijstaat bij de aankoop.
Onafhankelijk van het feit of u uw tweede verblijf verhuurt, moet u dit verblijf aangeven in uw personenbelasting. Uiteindelijk betaalt u belasting op het geïndexeerde kadastraal inkomen, wat met 40% verhoogd wordt.
Leningen gerelateerd aan het tweede verblijf, zoals hypotheekleningen of renovatieleningen, worden ook meegenomen in de berekening.
Een eigenaar van een appartement aan de kust dat hij als tweede verblijf gebruikt, moet daar jaarlijks een tweede verblijfstaks op betalen. Is een dergelijke belasting geldig? Wat zijn dan de voorwaarden? En wat zei de rechter daar onlangs over?
De meeste gemeenten heffen een gemeentelijke taks op tweede verblijven, dit is uiteraard ook het geval in de kustgemeenten. Aangezien tweedeverblijvers, wiens domicilie in een andere gemeente staat, ook gebruikmaken van vele van de gemeentelijke voorzieningen, is het begrijpelijk dat de gemeente ook van hen een bijdrage vraagt. Inwoners betalen deze kosten in principe ook via de aanvullende gemeentebelasting.
De gemeente mag bij de heffing van een dergelijke taks geen onderscheid maken, en dus discriminatie veroorzaken, tussen tweedeverblijvers en de eigenlijke inwoners van de gemeente.
De gemeente moet een objectieve en redelijke verantwoording kunnen geven voor een eventuele ongelijke behandeling gelet op het doel en de gevolgen van de ingestelde belasting. Die motivering moet bovendien ook in het belastingreglement opgenomen zijn.
In kustgemeenten die geen aanvullende gemeentebelasting heffen, is het vaak moeilijk te verantwoorden waarom tweedeverblijvers wel een taks moeten betalen en inwoners niet, aangezien het doel van deze taks het financieren van gemeentelijke uitgaven inhoudt.
Deze gemeenten nemen vaak allerlei creatieve verantwoordingen op, naast het algemene financiële doel, om de taks toch te kunnen rechtvaardigen.
Het hof van beroep van Gent moest zich onlangs uitspreken over de motivering die de gemeente Knokke-Heist gegeven had aan haar tweede verblijfstaks (Gent, 02.05.2023).
Om de tweede verblijfstaks te rechtvaardigen, voerde de gemeente onder andere aan dat de sociale cohesie in de dorpskernen bevoordeeld zou worden, de tweedeverblijvers voor stijgingen in de vastgoedmarkt zorgden en dat de gemeente bijkomende kosten moest maken op het vlak van diensten zoals politie, brandweer etc.
Deze argumenten werden door het hof geweigerd. Tweedeverblijvers spelen in deze gebeurtenissen geen andere rol dan inwoners of toeristen die de taks, of een gelijkaardige, niet moeten betalen. Knokke gaf ook als argument dat de taks een te rechtvaardigen ‘weeldebelasting’ is. Ook dit argument werd weerlegd. De gemeente kon de ongelijke behandeling uiteindelijk dus niet verantwoorden.
Knokke zal cassatieberoep aantekenen tegen het arrest. Het is afwachten wat het Hof van Cassatie zal beslissen.
Indien u eigenaar bent van bv. een appartement aan de kust, waarop u een tweede verblijfstaks verschuldigd bent, kan het de moeite lonen om het belastingreglement op de website na te lezen. Zo komt u te weten hoe de gemeente die taks precies verantwoordt.
Werd een taks reeds succesvol aangevochten, dan is die rechtspraak enkel van toepassing op de concrete belastingplichtige. Om dit ook aan te vechten, zal u ook een bezwaar moeten indienen en in de meeste gevallen naar de rechter moeten stappen.
Veel mensen kijken hiertegen op, waardoor de gemeenten de reglementen vaak blijven toepassen in de hoop dat slechts een minderheid de moeite neemt om de procedure te doorlopen. De succesvolle rechtspraak kan uiteraard wel in uw eigen bezwaar aangevoerd worden.
Een tweede verblijf in België komt met een reeks fiscale verplichtingen, variërend van onroerende voorheffing tot lokale belastingen. Het is belangrijk om goed geïnformeerd te zijn en te overwegen welke belastingen van toepassing zijn voordat u tot aankoop overgaat.
Het fiscale aspect van een tweede verblijf mag dan wel complex lijken, het zou geen belemmering moeten vormen voor een weloverwogen aankoop van zo'n woning.
Verhelst Vastgoed staat u graag bij in uw aankoop. Indien u onzeker bent over bepaalde zaken of de voor- en nadelen wilt bespreken, we nemen graag de tijd om u verder te helpen.
NEEM CONTACT OP